Onlangs hadden we een interview met Wim Hof, de Nederlandse Iceman. Alhoewel ik zelf ontzettend slecht bestendig ben tegen kou en guur weer (climate control in de auto staat standaard op 23 graden), fascineert het trotseren van kou me ten zeerste.
Avonturier Patrick Woodhead leidde de allereerste tocht van Oost naar West-Antartica, een van de allerzwaarste tochten die je maar kunt bedenken: 1850 kilometer trotseerde hij in slechts 75 dagen. Ook is hij een van de oprichters van White Dessert, een groep fanaten die avontuurlijke expedities naar Antartica organiseert.
In zijn boek Beneath the Ice deelt hij enkele bevindingen die hij gedurende de reis meegemaakt heeft…
1. Plakken boter eten
Wanneer je skiënd Antarctica doorsjeest en dagen maakt van zo’n 12 tot 14 uur met een temperatuur van -40 graden Celsius dien je te zorgen dat je genoeg calorieën binnenkrijgt. Een gemiddeld persoon verbrand zo’n 2.500 calorieën per dag. Tijdens zo’n tocht verbrand je dagelijks tussen de 7000 en 9000 calorieën. Je zult je calorieën-tekort moeten aanvullen met gedroogd voedsel en plakken boter. In zijn boek schrijft Patrick dat het de eerste paar dagen walgelijk is, maar na een tijdje hunkert je lichaam zo erg naar extra calorieën dat je de plakken boter als hompen kaas naar binnen zal gaan werken…
2. Jezelf wassen is traumatisch
Tijdens een tocht van 75 dagen kun je onmogelijk voldoende drinkwater meenemen, laat staan voldoende water om jezelf te douchen. Om jezelf te voorzien van drinkwater dien je sneeuw te smelten. Maar om jezelf tijdens zo’n lange tocht schoon te houden dien je buiten met een temperatuur van -30 graden Celsius naakt jezelf te wassen…met sneeuw.
3. Stapje voor stapje..voor stapje
Zoals gezegd is een trip van West naar Oost-Antarctica een afstand van 1850 kilometer. Na de eerste week werd er slechts een paar kilometer vooruit geboekt en moest er een gebergte beklommen worden van 3 kilometer hoog. Het gebrek aan vooruitgang en het daaropvolgende gevoel van wanhoop kan je mentaal opbreken. Je zal de reis voor jezelf in kleine fases, etappes moeten zien om jezelf mentaal gezond te houden. Daarom is het ook niet vreemd om te vieren dat je de eerste 100 kilometer voltooid hebt terwijl je nog 18 keer die afstand te gaan hebt.
4. Kies je reisgenoten zorgvuldig. Je zal ze eventueel op moeten eten
Een poolreizigers-grapje. Dit betekent dus niet dat je op zoek moet naar iemand met een zachte huid om hem of haar eventueel boven de barbecue te leggen. Het kiezen van de juiste teamgenoten kan het grootste verschil zijn tussen een aangename trip en een trip waarbij je iemand op dagelijkse basis zou willen vermoorden. Kleine eigenaardigheden zoals snurken, te hard kauwen of teveel friemelen in een tent kunnen oorzaken zijn van opgebouwde spanningen in een groep die de sfeer zeker niet ten goede komen.
5. Mentaal breken
Poolreizigers van middelbare leeftijd zijn doorgaans beter bestand tegen expedities. Niet zozeer omdat zij fysiek in betere staat zijn, maar omdat zij mentaal sterker zijn. Je moet je voorstellen dat er tijdens een reis op Antarctica niets is, alleen maar uitgestrekte witte gebieden met een eindeloos uitzicht. En dat in alle richtingen. Je skiet 12 uur per dag en door de kou en de wind is het bijna onmogelijk om te praten met je teamgenoten. In principe ben je dus continu alleen. Wat ouder zijn en hebben van meer levenservaring kan helpen om mentaal minder snel te breken.
6. Je tent is een fijne plek om te zijn
Doordat je op Antarctica 24 uur zonlicht hebt en door de krachtige zonnestraling, warmt je tent relatief snel op. Buiten kan het -40 graden Celsius zijn, maar bij ideale omstandigheden kan je tent een temperatuur bereiken van +5 graden Celsius. Ideaal dus om wat reparaties uit te voeren, wat te eten en het allerbelangrijkste: om even uit te rusten.
7. Neem een notitieboekje mee
Niet alleen leuk voor je zelf om terug te lezen, maar het kan je ook mentaal helpen om dingen van je af te schrijven. Het opschrijven van je onrust, gedachten, momenten van helderheid of juist momenten van wanhoop en frustratie is één van de meest waardevolle elementen van een expeditie. Patrick Woodhead gebruikte dit soort notities ook als waardevol onderzoeksmateriaal voor zijn boeken…
8. Bevriezing, zweet, genetische bepaling en ervaring
Het bevroren raken is zeer reële kans tijdens een langdurige poolexpeditie. Stel, je gaat iets langer door dan je zou moeten. Hierdoor zweet je dus ook iets meer. Het zweet, aan de binnenkant van je jas en handschoenen bevriest en vertoont ijsvorming. Dit wil je dus koste wat kost voorkomen. Je zal dus nét moeten opereren net onder het zweet niveau. Ook speelt ervaring een zeer belangrijke rol. Stel je ski-apparatuur gaat kapot. Je zal moeten weten hoelang je je handen bloot kan stellen aan het repareren van je ski’s, voordat je handen kapot vriezen. Verder is het trouwens ook genetisch bepaald dat sommige mensen simpelweg beter tegen kou kunnen dan andere.
9. Ga uit van vertragingen
Door grote, onverwachte weersveranderingen kunnen vliegtuigen zelden volgens schema vertrekken. En tijdens je reis zullen altijd onverwachte elementen een rol gaan spelen in je reis. Probeer je daarom niet als een dolle te fixeren op de vooropgezette schema’s.
10. Terugkomen
Er komt een moment dat je terugkomt in de ‘normale wereld’. Ondanks dat je weer in je vertrouwde omgeving bent, is er toch vaak een gevoel van isolatie en eenzaamheid. Je bent zó lang geïsoleerd geweest, bezig om te overleven met werkelijk niets om je heen. Terug in de normale wereld hoor je mensen praten over hun baan of wat ze in het weekend uitgespookt hebben. Wees er bewust van dat ieder zijn eigen leven leeft en dat iedereen andere interesses heeft. Het feit dat jij Antarctica overwonnen hebt betekent nog niet dat iedereen dit per definitie zal interesseren.