The rule of thirds in je outfits

CREDITS: depositphotos.com

Proportie is het stille kompas van stijl. Je ziet het wanneer iemand binnenloopt en alles lijkt te kloppen, zonder dat je meteen kunt aanwijzen waarom.

Silhouet, lengte, volume en ritme vormen samen een soort muziek voor het oog. The rule of thirds is daarin het melodietje dat je de rest van je leven kunt neuriën. Eén derde boven, twee derde beneden, of juist andersom.

Waarom proportie werkt: the rule of thirds in de mode

Ons oog houdt van ongelijkheid met orde. Verdeel je silhouet in twee gelijke helften en je look wordt vlak. Verleg je de grens naar een derde, dan ontstaat spanning en richting. De taille krijgt een functie, de benen lijken langer en je romp krijgt (meer) vorm. Het is dezelfde logica die architectuur vriendelijk maakt en fotografie diepte geeft. In kleding betekent het dat de plek waar jas, trui of overhemd voor heren eindigt, bepaalt hoe de rest van je lichaam gelezen wordt.

En zo doe je dat:

Kort jasje op hoge taille

Een korter jasje of overshirt eindigt net boven de heup en raakt de bovenste lus van je broek. Combineer dat met een broek die wat hoger in de taille zit en meteen schuift de verdeling naar één derde boven en twee derde beneden. De benen winnen lengte zonder hakken of rare trucs. Denk aan een cropped bomber over een high rise denim, of een boxy wolblend overshirt over een pantalon met nette bandplooi. Het silhouet krijgt een opwaartse lijn en de schoenen mogen hier best iets steviger, omdat ze nu aan het einde van die lange strook been staan.

Lang jasje op slankere broek

Ga je voor een langere jas, bijvoorbeeld een car coat of een ongestructureerde blazer die net over de heup valt, laat dan de broek ranker zijn. Een slanke pijp houdt de onderlijn scherp, waardoor de twee derde boven en één derde beneden verdeling rustiger blijft.The rule of thirds op z’n best, dus. Bij een langere top is een lage of reguliere taille juist prettig, zodat de visuele grens niet te hoog zweeft. Denk aan een zachte blazer met licht afgeronde schouder, een dunne merino eronder en een wolmix pantalon die optisch niet breder wordt naar de zoom.

Schoenen en zoom bepalen de eindstreep

De lijn waar je broek de schoen ontmoet is de finale. Een zoom die één nette knik maakt boven een loafer of derby verlengt, een opgehoopte stofplooing verkort. Laat je jeans net kussen op een sneaker met compacte zool en alles blijft gestroomlijnd. Kies je voor een boot, rol de zoom één keer subtiel naar buiten zodat de verhouding van die onderste strook klopt met de rest. Hoe minder ruis bij de enkel, hoe sterker de proportie hoger in de look.

Textuur en laagjes

Proportie is niet alleen lengte, maar ook volume. Een luchtige knit onder een kort jasje houdt het blok bovenaan compact, waardoor twee derde been meer adem krijgt. Bij een langere jas mag er best een rijkere textuur onder, bijvoorbeeld flanel of grovere wol, zolang de broek slanker blijft. Leer en suède trekken het oog naar beneden, denim en wol tillen het juist op. Verdeel die aandacht bewust over je derde-lijnen.

De duimtest in de spiegel

Je hebt geen liniaal nodig. Ga recht voor de spiegel staan en gebruik je duim als meetstok. Plaats je duim horizontaal waar je bovenstuk eindigt en tel visueel twee keer die afstand naar beneden. Kom je ongeveer uit rond de knie, dan zit je in de buurt van een één derde, twee derde verdeling. Doe hetzelfde andersom bij een langere jas: markeer met je duim de onderkant van de jas en kijk of de strook eronder nog compact oogt. Het gaat niet om exactheid, maar om het ritme dat je oog prettig vindt.

Lichaamstypen en kleine bijstuurders

Ben je lang en slank, dan kun je probleemloos spelen met kortere jacks en hogere tailles, omdat je silhouet al richting twee derde been neigt. Ben je compacter gebouwd, laat de jas dan niet te hoog eindigen en kies voor een broek die wel de taille markeert, maar niet breed uitwaaiert. Brede schouders vragen om een iets langere top die rustig neerkomt op de heup, smalle schouders profiteren van een kortere top met body in de stof.

Wanneer je outfits vastlegt, fotografeer dan recht van voren en van opzij, op ooghoogte in plaats van van boven. Je ziet meteen waar de lijn breekt en hoe de derde-verdeling valt. Een foto is eerlijker dan de spiegel, omdat je pose wegvalt. Na een week scroll je terug en herken je patronen: welke jaslengte werkt op welke broek, welke schoen harmoniseert met welke zoom. Dat is je persoonlijke proportie-alfabet. Succes.

LEES OOK
Liefdesverdriet in de filmwereld
Liefdesverdriet in de filmwereld
Liefde gaat zelden kapot in één scène; het is eerder een reeks bijna-onzichtbare schuifmomenten, zoals licht dat per minuut van kleur verandert zonder dat je het merkt…
Vijf casinodocu’s die je wil zien
Vijf casinodocu’s die je wil zien
Er zijn mensen die naar casino’s gaan voor glitter, drank en een kans op geluk. En er zijn mensen die willen weten wat er écht achter die…