De oude hipsters zijn vervangen door de nieuwe hipsters: zo herken je ze

CREDITS: Eddi Aguirre | Unsplash

De klassieke hipster die brillen zonder sterkte draagt en pronkt met een iets te aanwezige moustache, bestaat niet meer.

De oude racefiets waarmee deze avant-gardistisch ingestelde persoon bijna twintig jaar geleden mee naar de universiteit knalde, staat ondertussen al een tijdje weg te stoffen in de schuur.

Dit zijn de ‘moderne hipsters’

Dat is niet omdat de hipster klaar is met ‘hipsteren’, maar simpelweg omdat de term de lading van het woord niet meer dekt. Een hipster bestaat simpelweg eigenlijk niet meer. Of, nouja, ze bestaan nog wel, maar niemand noemt ze meer zo. Tegenwoordig zijn er simpelweg teveel jongeren die het cool vinden om de thrift shop volledig leeg te kopen, vinylplaten te luisteren, baggy jeans te dragen en organische koffie te drinken. En tja, als iedereen het al doet, dan vervaagt de term ‘hipster’ ook gelijk.

Om het onderscheid een beetje te behouden, hebben wij de moderne hipsters even voor je op een rijtje gezet. Zodat je meteen weet wie je tijdens een feestje moet ontwijken of juist aan moet spreken. We don’t judge.

De kluizenaar die alleen maar vinyl luistert

Minder bekend op een feest: de gast die zichzelf 24/7 opsluit in zijn kamer om vervolgens continu naar vinylplaten van Jimi Hendrix te luisteren. De enige vorm van beweging die deze kluizenaar krijgt, is de beweging die hij maakt als hij zijn organische koffie met havermelk pakt. Wanneer je aan deze kluizenaar vraagt waarom hij niet even naar buiten gaat, krijg je als antwoord dat hij een oude ziel heeft die de generatie van tegenwoordig nooit zou begrijpen.

De expert op het gebied van microdosing

Sinds de onderzoeken over microdosing in de laatste jaren steeds positiever gestemd zijn, hebben de drugsliefhebbers onder ons nog nooit zoveel deskresearch gedaan. En nog meer fieldresearch trouwens. Drie keer raden hoe dat onderzoek er uitziet. ‘Nee mam, ik misbruik geen drugs. Volgens de wetenschap werkt dit juist stimulerend voor mijn schoolprestaties. Of het verslavend is? Nee joh.. Ik heb dan misschien wel in de laatste drie jaar elke ochtend paddo’s naar achteren gewerkt, maar ik kan echt stoppen wanneer ik wil hoor. Erewoord.’

De gast die altijd net een genre verder is

Ah, de betweter op het feessie. De gast die zogenaamd altijd weet welk genre hierna popping is en zweert dat hij het gaat maken als DJ. “House techno? No man, ik check alleen nog maar trance. Dat is echt helemaal dé wave van tegenwoordig. Marlon Hoffstadt enzo, ken je toch zeker wel? Veel beter dan die ouderwetse stamp herrie gast. Ben jij überhaupt ooit al wel eens in Berlijn geweest?

De zelfbenoemde tattoo-artiest

Ook een welbekende gast op het gemiddelde feestje: de self-proclaimed tattoo artiest. Het is vaak als iedereen al compleet gaar bij de afterparty zit, dat deze ‘artiest’ opeens wakker wordt. ‘Ja man, ik zet dus tattoos. Of, nouja, stick and poke tattoos. Da’s in principe hetzelfde, maar dan doe ik het dus allemaal met de hand in plaats van met een machine. Hoeveel tattoos ik al heb gezet in mijn leven? Uuuhhhhmmmm….’

De chick met een ware edelsteencollectie

Iedereen kent wel die ene chick die alleen ‘feng shui’ en ‘chakra’ in haar woordenboek heeft staan. Als je met een chick op date bent en ze begint over haar edelstenen collectie, dan is het rennen geblazen. De dagbesteding van deze hipster bestaat voornamelijk uit het aansteken van wierook, meditatiesessies, en het promoten van edelstenen bij mensen die er totaal niet geïnteresseerd zijn. Het zijn eigenlijk een soort Jehova-getuigen, maar dan nét iets anders.

De skater die niet blowt (en ook niet skate)

Tien jaar geleden wist je bij het binnenrijden van een dorp of stad door de rookpluimen meteen waar het plaatselijke skatepark zich bevond. Het skatepark stond eigenlijk synoniem aan een openbare coffeeshop. Tegenwoordig zijn er heel veel skaters die daar helemaal niks van hoeven te weten. ‘Nee, wij doen het echt voor het skaten hoor. Ja, en om tegen iedereen te zeggen dat we skaten natuurlijk. Anders is er ook maar weinig aan hè.’